Respecteer de looplijnen: van jong naar oud
Om spreiding van infecties van oudere naar jongere (gevoeligere) dieren te vermijden, moet direct contact tussen de verschillende leeftijdsgroepen vermeden worden. Zorg dus voor een aparte huisvesting voor elk van de groepen (zie tip scheiding leeftijden).
Echter, ook indirect kunnen infecties verspreid worden, bijvoorbeeld via laarzen, kledij, handen of materiaal. Om dit risico te beperken, is het aangeraden systematisch te werken van jong naar oud. Start dus de verzorging bij de jongste dieren en ga daarna pas naar de oudere. Zieke dieren, die vanzelfsprekend een groot risico vormen, bezoekt u als laatste. Zorg ook altijd voor voldoende materiaal voor elke leeftijdsgroep zodat u geen materiaal hoeft mee te nemen van de ene groep naar de andere.
Getuigenis van een veehoudster:
“Hoewel we zoveel mogelijk proberen om strikt te werken van jong naar oud, toch is dit op een melkveebedrijf niet altijd mogelijk. Omdat we in het verleden problemen gehad hebben met het spreiden van infecties binnen het bedrijf, besteden we hier nu extra aandacht aan. Onze kalveren, jongvee en melkvee zitten gescheiden van elkaar waardoor we aparte laarzen per groep kunnen voorzien. We wassen ook onze handen als we van de ene stal naar de andere gaan. Voor de zieke dieren die bij ons in een aparte box zitten, nemen we nog bijkomende maatregelen: voor deze box gebruiken we naast aparte laarzen ook een aparte overall en handschoenen om de dieren te verzorgen en te behandelen.”
Reactie van de dierenarts:
“De eerste voorwaarde om het risico op spreiding tussen gevoelige en minder gevoelige of geïnfecteerde dieren te beperken is ze apart huisvesten. Daarnaast zijn er extra maatregelen die u kunt nemen om spreiding tegen te gaan. Het is dan zaak om deze maatregelen consequent toe te passen en ze ook op te leggen aan iedereen die op het bedrijf komt. Als dierenarts kunnen wij hier ook aandacht aan besteden door bv. niet direct bij de zieke dieren te gaan op een bedrijf. Het is aangewezen om eerst de andere dieren te bezoeken, liefst van jong naar oud, en pas als laatste de zieke dieren te onderzoeken of te behandelen.”