- Ligging: Lievegem
- Categorie: Vleesvee
- Aantal runderen: 120
- Bedrijfsdierenarts: Paul Vandevelde
Jean-Paul Van Kerckvoorde van hoeve Boterhoek heeft een uitgesproken visie op bioveiligheid. Over alle aspecten van de bedrijfsvoering heeft hij grondig nagedacht en alle hygiënemaatregelen worden tot in de puntjes uitgevoerd. “We proberen niet de grootste te zijn in de sector, maar wel een van de beste. Daarom houden we enkel het aantal dieren aan dat we met de beste zorgen kunnen omringen. Het is geen toeval dat we zoveel aandacht besteden aan bioveiligheid. Als boerderij zijn we gegroeid vanuit de voedingssector en zo hebben we de structuur en het nut van bioveiligheid meegekregen,” vertelt Jean-Paul.
Wat is de jury specifiek opgevallen?
- Het bedrijf koopt weinig dieren aan. Aangekochte dekstieren worden onderzocht binnen het aankoopprotocol en gedurende vier weken afgezonderd van de andere dieren.
- Als Jean-Paul fokdieren verkoopt, laat hij bloedmonsters onderzoeken voor de dieren vertrekken. Dieren die het bedrijf verlaten hebben, keren nooit terug. Als de koper niet tevreden is, dan gaat het dier rechtstreeks naar het slachthuis.
- Bezoekers zijn welkom op het bedrijf mits ze overschoenen aantrekken en zich aan de regels houden. Bij de ingang hangen er informatieborden met de voorzorgen die de bezoekers moeten nemen en toelichting waarom dit zo belangrijk is (bijvoorbeeld waarom de hond niet binnen mag). Jean-Paul verkiest een positieve communicatie boven verbodsborden.
- Er is een zeer goed uitgerust sanitaire sluis.
- In de stal hangen er ook instructies voor de persoon die af en toe op het bedrijf komt helpen; zo gebeurt alles steeds correct en op dezelfde manier.
- Jean-Paul houdt runderen van het maine anjou ras en hij koopt stieren aan die in de bloedlijn beter scoren op natuurlijke geboortes. Keizersnedes worden er op het bedrijf relatief weinig uitgevoerd. Niettemin is er op hoeve Boterhoek een aparte kalfplaats met keizersnedebox. Er wordt gebruik gemaakt van wegwerpdoekjes en bedrijfseigen materiaal (voor alle diergeneeskundige ingrepen trouwens), dat na gebruik telkens gereinigd wordt en netjes weggeborgen. Om de koeien te wassen is er een douchekraan met water op 38 °C. Emmers komen er niet aan te pas.
- Pas gekalfde koeien worden gemolken met een mobiele melkmachine en verse biest wordt aan de kalveren toegediend met een fles. De kwaliteit van de biest wordt gemeten en ook het antistofgehalte in het bloed van de kalveren wordt af en toe bepaald. Na biestopname laat men het kalf bij de koe zuigen.
- Als voeding krijgen de runderen maïs in bollen. Een win-winsituatie: het eten is smakelijker voor de runderen en de veehouder kan een minimum aan voer maximaal benutten.
- Het klimaat in de nieuwe stal, die de hoogdrachtige koeien en de pasgeboren en jonge kalveren huisvest, is optimaal. Op de luchtinlaten is er gaas aangebracht om vogels te weren.
- Strooien gebeurt via een gemotoriseerd platform dat op twee rails boven de ingestrooide boxen rondgaat. Een stroblazer komt er niet aan te pas. Zo komt het stof niet terecht in de longen en het haar van de dieren en is er minder kans op longproblemen en parasieten, zoals schurft en luizen.
- Dieren op de weides hebben geen contact met dieren van andere bedrijven. Er loopt een beek als natuurlijke scheiding tussen de weides van Jean-Paul en deze van zijn buur. Omdat er ook dieren van andere bedrijven op de weiden staan langsheen de beek, laat de veehouder zijn dieren weliswaar niet drinken uit de beek. Naar elke weide is er een leiding gelegd en de dieren drinken putwater vanuit een drinkbak met vlottersysteem.
- Voor de zieke dieren is er een apart stuk weide voorbehouden.
- Er is een goede samenwerking met de bedrijfsdierenarts. Bij problemen wordt ook vaak externe hulp ingeroepen van o.a. de faculteit Diergeneeskunde, DGZ, ILVO.